Bij 8 projecten is geëvalueerd hoe bewoners worden betrokken bij renovatie en sloop/nieuwbouw.
Betrokkenheid van bewoners in hun eigen wijk is een belangrijk goed. Zij dragen de wijk en vormen het leefklimaat. Maar dit doen zij niet alleen. Ook woningcorporaties spannen zich in voor het verbeteren van de leefbaarheid. In deze tijd staan we voor grote uitdagingen; de energietransitie en duurzaamheid spelen een grote rol. Daarnaast moeten mensen prettig kunnen wonen en zorgen nette woningen voor meer leefbaarheid. Na verloop van tijd moeten huizen en complexen gerenoveerd worden. Deze renovaties kunnen grote gevolgen hebben voor de mensen die erin wonen. Hoe zorg je ervoor dat de bewoners die juist zo betrokken zijn met hun wijk, prettig kunnen blijven wonen, maar toch een update van hun woning krijgen? In Utrecht is het antwoord hierop gekomen in de vorm van het Utrechtse Participatie Model inclusief Algemeen Sociaal Plan (ASP).
Het Utrechtse Participatie Model incl. ASP is het resultaat van de samenwerking van de Utrechtse woningcorporaties, huurdersverenigingen en de gemeente. Hierin staat beschreven hoe de bewoners invloed kunnen uitoefenen tijdens grootschalige projecten in hun woningen en welke rechten en plichten de huurders en de woningcorporaties hebben tijdens de uitvoering.
Het evaluatieonderzoek dat Atrivé uitvoert gaat over hoe de werking van het Utrechts Participatie Model incl. ASP binnen projecten wordt ervaren door de medewerkers van de corporaties en door de huurders. Aan16 huurders uit 8 verschillende projecten in Utrecht zijn enquêtes gestuurd en met hen zijn interviews gehouden over hun ervaringen (steeds een paar huurders per project). Bij hen zijn in de afgelopen 4 jaar verschillende vormen van renovatie uitgevoerd, waarbij er veel goed is gegaan, met af en toe wat verbeterpunten. Een eerste belangrijk resultaat is, dat bijna alle bewoners bij wie de renovatie heeft plaatsgevonden erg enthousiast zijn over de resultaten. Het is weer prettig wonen, het is warm en ziet er mooi uit.
De evaluatie richt zich vooral op het proces vóór en tijdens de renovatie. Vaak is dit een lang traject geweest van praten, plannen maken, herschrijven en uitleggen. Het participatiemodel beschrijft een aantal stappen die doorlopen moeten worden voordat er tot uitvoering kan worden overgegaan. Dit start met het contact tussen de corporatie en de bewonersvertegenwoordiging. Deze vertegenwoordiging kan gevormd worden door een bewonerscommissie (BC), een klankbordgroep of andere vorm van vertegenwoordiging. In de onderzochte projecten is dit veelal gedaan door een bewonerscommissie, die ofwel al bestond of speciaal is opgericht.
Na het eerste contact gaat de corporatie samen met de BC in een woonwensenonderzoek kijken wat de bewoners graag zien gebeuren. Gezamenlijk worden de wensen van de bewoners en die van de corporatie gevormd tot een sociaal projectplan. Hierin staat precies beschreven wat er gaat gebeuren en welke afspraken er gemaakt worden. Dit plan wordt voorgelegd aan de bewoners in een draagvlakmeting, waarin zij voor of tegen kunnen stemmen. Pas bij voldoende draagvlak kan het project doorgang vinden.
Nu kan er het idee ontstaan ‘leuk al die regels, maar gebeurt er ook echt wat mee?’ De eerste resultaten duiden er echter op dat in Utrecht bewoners serieus worden genomen en dat de corporaties echt met hen samenwerken:
“We werden als bewonerscommissie al snel betrokken bij het vormen van de plannen en hadden echt invloed op de te nemen besluiten.”
Zowel huurders als medewerkers zijn positief over de stappen van participatie die worden beschreven in het Utrechtse Participatie Model. De betrokkenheid is hoog en de stappen zijn duidelijk.
Naast het Utrechts Participatie Model staat het ASP. Hierin staan afspraken over de vergoedingen en voorzieningen die huurders krijgen tijdens de renovaties. Denk hierbij aan verhuisvergoedingen, afdekmateriaal, opslag of een rust-, logeer-, of wisselwoning. Huurders geven aan het oorspronkelijke ASP vaak niet te kennen, maar dat de afspraken in de sociaal projectplannen duidelijk en helder zijn. Tegelijkertijd zien de medewerkers het ASP als handige input voor het vormen en toelichten van het sociaal projectplan.
“Het ASP helpt hierbij heel goed om (aanvullend op de wet) een bewoner goed uit te leggen wat we wel en niet doen (en ook waarom) en wat diens rechten en plichten zijn.”
De analyse van de gesprekken en resultaten is nog in volle gang, maar het belangrijkste resultaat is de tevredenheid van de huurders, zowel over het proces als over de staat van de woning, goed uitgedrukt in een uitspraak die meerdere malen in verschillende gesprekken is gedaan:
“Ik ontvang nu met liefde gasten, en de meeste zijn jaloers op mijn plekje!”
Neem dan contact met mij op. Ik informeer je graag.